Eenheidsnormaalvector Commando: verschil tussen versies

Uit GeoGebra Manual
Ga naar: navigatie, zoeken
(geen verschil)

Versie van 15 apr 2015 08:25

Accessories dictionary.png
Deze pagina is een deel van de officiële handleiding en kan niet aangepast worden. Graag fouten melden per e-mailKies een versie die kan aangepast worden door gebruikers
Eenheidsnormaalvector[ <Rechte> ]
Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven rechte.
Voorbeeld:
Eenheidsnormaalvector[3x + 4y = 5] geeft \begin{pmatrix}0.6\\0.8\end{pmatrix}.
Eenheidsnormaalvector[ <Lijnstuk> ]
Geeft de normaalvector met lengte 1 van het gegeven lijnstuk.
Voorbeeld:
Voor s = Lijnstuk[(1,1), (4,5)].
geeft Eeinheidsnormaalvector[s] geeft \begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}.
Eenheidsnormaalvector[ <Vector> ]
Geeft de normaalvector met lengte 1 van een vooraf gedefinieerde vector.
Voorbeeld:
v=\begin{pmatrix}3\\4\end{pmatrix}. Eenheidsnormaalvector[v] geeft \begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}.

CAS venster

Eenheidsnormaalvector[ <Vector> ]
Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven vector.
Voorbeeld:
Eeenheidsnormaalvector[(a, b)] geeft (\frac{-b}{\sqrt{a^{2} + b^{2}}}, \frac{a}{\sqrt{a^{2} + b^{2}}}).
Eenheidsnormaalvector[ <Vlak> ]
Creëert een eenheidsvector loodrecht op het gegeven vlak.
Nota:
© 2024 International GeoGebra Institute