Eenheidsnormaalvector Commando

Uit GeoGebra Manual
Ga naar: navigatie, zoeken

Sjabloon:Manual Page

Eenheidsnormaalvector( <Rechte> )
Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven rechte.
Voorbeeld:
Eenheidsnormaalvector(3x + 4y = 5) geeft \begin{pmatrix}0.6\\0.8\end{pmatrix}.
Eenheidsnormaalvector( <Lijnstuk> )
Geeft de normaalvector met lengte 1 van het gegeven lijnstuk.
Voorbeeld:
Voor s = Lijnstuk((1,1), (4,5)).
geeft Eeinheidsnormaalvector(s) geeft \begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}.
Eenheidsnormaalvector( <Vector> )
Geeft de normaalvector met lengte 1 van een vooraf gedefinieerde vector.
Voorbeeld:
v=\begin{pmatrix}3\\4\end{pmatrix}. Eenheidsnormaalvector[v] geeft \begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}.

CAS venster

Eenheidsnormaalvector( <Vector> )
Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven vector.
Voorbeeld:
Eeenheidsnormaalvector((a, b)) geeft (\frac{-b}{\sqrt{a^{2} + b^{2}}}, \frac{a}{\sqrt{a^{2} + b^{2}}}).
Eenheidsnormaalvector( <Vlak> )
Creëert een eenheidsvector loodrecht op het gegeven vlak.
Nota:
© 2024 International GeoGebra Institute