Kegelsnedeboog Commando: verschil tussen versies

Uit GeoGebra Manual
Ga naar: navigatie, zoeken
 
Regel 4: Regel 4:
  
 
;Kegelsnedeboog( <Ellips>, <Punt M>, <Punt N> )
 
;Kegelsnedeboog( <Ellips>, <Punt M>, <Punt N> )
:Geeft de kegelsnedeboog (in tegenwijzerzin) van de gegeven cirkel, met eindpunten M en N.
+
:Geeft de kegelsnedeboog (in tegenwijzerzin) van de gegeven ellips, met eindpunten M en N.
  
 
;Kegelsnedeboog( <Cirkel>, <Parameter Waarde>, <Parameter Waarde> )
 
;Kegelsnedeboog( <Cirkel>, <Parameter Waarde>, <Parameter Waarde> )

Huidige versie van 4 sep 2020 om 08:51

Sjabloon:Manual Page

Kegelsnedeboog( <Cirkel>, <Punt M>, <Punt N> )
Geeft de boog (in tegenwijzerzin) van de gegeven cirkel, met eindpunten M en N.
Kegelsnedeboog( <Ellips>, <Punt M>, <Punt N> )
Geeft de kegelsnedeboog (in tegenwijzerzin) van de gegeven ellips, met eindpunten M en N.
Kegelsnedeboog( <Cirkel>, <Parameter Waarde>, <Parameter Waarde> )
Geeft de kegelsnedeboog (in tegenwijzerzin) van de gegeven cirkel waarvan de eindpunten bepaald zijn door de waarden van de parameters.
Nota: Zo vind je bijvoorbeeld voor een:
Cirkel: (r cos(t), r sin(t)) met r de straal van de cirkel.
Kegelsnedeboog( <Ellips>, <Parameter Waarde>, <Parameter Waarde> )
Geeft de kegelsnedeboog (in tegenwijzerzin) van de gegeven ellips waarvan de eindpunten bepaald zijn door de waarden van de parameters.
Nota: Zo vind je bijvoorbeeld voor een::
Ellipse: (a cos(t), b sin(t)) met a and b de halve lengtes van de hoofdas en nevenas.
© 2024 International GeoGebra Institute