Toppen Commando

Uit GeoGebra Manual
Ga naar: navigatie, zoeken
Accessories dictionary.png
Deze pagina is een deel van de officiële handleiding en kan niet aangepast worden. Graag fouten melden per e-mailKies een versie die kan aangepast worden door gebruikers
Toppen[ <Kegelsnede> ]
Geeft alle toppen van een kegelsnede.
Toppen[ <Lijnstuk>, <Index> ]
Geeft het begin- of eindpunt van een lijnstuk.
Voorbeeld:
  • met A=(2,0), B=(5,4) en a=Lijnstuk[A,B] creëert Toppen[a,1] een punt C = (2, 0).
Toppen[ <Ongelijkheid> ]
Geeft de snijpunten van de begrenzingen.
Voorbeeld:
  • Toppen[(x + y < 3) && (x - y > 1)] geeft het punt A = (2, 1).
  • {Toppen[(x + y < 3) ∧ (x - y > 1) && (y > - 2)]} geeft lijst1 = {(2, 1), (5, -2), (-1, -2)}.
  • Toppen[(y > x²) ∧ (y < x)] geeft twee punten A = (0, 0) en B = (1, 1).
  • {Toppen[(y > x²) ∧ (y < x)]} geeft lijst1 = {(0, 0), (1, 1)}.
Toppen[ <Veelhoek> ]
Geeft alle hoekpunten van de veelhoek.
Toppen[ <Veelhoek>, <Index> ]
Geeft de n-de hoekpunt van de veelhoek.
Nota: Je verkrijgt alle hoekpunten van de objecten veelhoek / kegelsnede / ongelijkheden in een lijst met het commando {Toppen[Object]}.
© 2024 International GeoGebra Institute